Basisfilosofie

De basisfilosofie van 4F vindt haar inspiratie in de vechtsport

Focus:

Neem je eigen kern als vertrekpunt. Waar ben je ‘goed’ in? Dat vergt keuzes. Het is moeilijk om ‘goed’ te zijn in iets. ‘Goed’ betekent beter dan de andere. Keuzes gaat over ‘ja’ en ‘neen’.
Voeg hier ambitie aan toe. Durf dromen. Volg die droom vanuit je kern. Dat vormt je kompasnaald richting toekomst.
Gebruik je energie gericht en efficiënt; vertaal ze naar impact. Impact is bepalend: raken, scoren, implementatie centraal stellen.
Om die energie in lichaam en geest te cultiveren, moet je lang en hard werken.
Tijdens de inspanning moet je de rest van de wereld vergeten. Op dat moment bestaat er niets anders meer. Geef je over aan een passie die alles uit jou haalt. Een gedoseerde passie weliswaar – want een wedstrijd kan langer duren dan je denkt. Hou voldoende frisheid en voldoende afstand over om overzicht te houden.

Blijf mentaal en fysiek ontspannen, zelfs in het heetst van de strijd. Anders denk je niet helder en ga je verstarren. Schrik is je grote vijand. Schrik zit aan je binnenkant.
Je doel beweegt, daarom je doelstelling ook. De weg ernaartoe ligt nooit vast. Je moet constant kunnen improviseren binnen je aangeleerde technieken, weliswaar trouw aan de kompasnaald. Plan je niet dood. De oplossing is nooit voorgeschreven, ze dient zich aan tijdens de wedstrijd. Hét moment.
Wie niet flexibel is, mist de scherpte en de snelheid van geest en lichaam om tijdens dat moment de overwinning te halen.

Winnen is in hoge mate een mentale kwestie. Het is niet altijd de beste, de sterkste of behendigste atleet die het haalt. De wil is zeer bepalend.
Winnen is belangrijker dan deelnemen. Tijdens de wedstrijd is je tegenstander een vijand. Na de wedstrijd moet je weer mens worden en samen een pint pakken.
Denk aanvallend. Hou de mentale druk op je tegenstander.

Win met waarden. Hou je woord en blijf correct, binnen de afgesproken regels. Anders is er geen trots, geen vertrouwen, geen respect.
Er zijn ook andere - onfaire - manieren om te winnen. Alleen als je leven letterlijk in gevaar is, wordt ‘overleven’ het enige wat telt. Anders niet. De maatschappij heeft waarden en normen nodig.